maandag 16 augustus 2021

Bert is gelukkig in het nieuwe Centrum voor doofblinden: ‘Eindelijk buiten zitten en lekker barbecueën!’

Sommige bewoners van het Centrum voor doofblinden leven al tientallen jaren op het terrein van Kalorama in Beek. Vooral zij keken reikhalzend uit naar het nieuwe paviljoen. Nu is het zover. 

 

Chris Janson, Joke Maas, Bert Broeils (op de achtergrond) in de gezamenlijke woonkamer en keuken van hun woongroep.

De 56 bewoners van het vernieuwde Centrum voor doofblinden hebben sinds sinds enkele weken een eigen studio met sanitair en kunnen zelfstandig de deur uit. De 56 bewoners zijn verdeeld over zeven groepen van acht personen. De studio’s hebben allemaal een eigen voordeur, plus een gezamenlijke woonkamer met keuken.

Het dagelijks leven is voor de bewoners flink veranderd, laten ze via hun doofblindenbegeleider weten. ‘Praten’ gaat voor de bewoners van het centrum vooral met de hand; letters en woorden drukken ze met vingers in elkaars hand. ,,Ik ben blij met mijn eigen douche en wc. Ik hoef niet meer ver te lopen, ik douche graag”, laat bewoner Chris Janson op die manier weten. ,,Ik kan makkelijker buiten zitten, thee drinken, samen buiten is fijn”, volgens Joke Maas. 

Ik ben blij met mijn eigen douche en wc. Ik hoef niet meer ver te lopen.

Bewoner Bert Broeils komt opgewekt binnen in de gezamenlijke woonkamer tijdens de rondleiding van manager Hanneke van Beusichem en bouwprojectleider Hans Cornelissen door het nieuwe complex. ,,Hallo Bert!”, roept Cornelissen tegen hem. 

Ineke Schuijffel in haar nieuwe, eigen studio.

Bert hoort het wel, maar niet goed genoeg om hem te herkennen. ,,Naam?", vraagt hij aan de projectleider. Die weet na ruim dertig jaar dienstjaren op Kalorama zijn naam in de doofblindentaal en stelt zich voor in de handpalm. ,,Hans!”, herkent Bert. ,,Ik heb een mooie grote kamer en een klok aan de muur”, zegt hij over zijn nieuwe studio. ,,Eindelijk buiten zitten, lekker barbecue!”, voegt hij er aan toe.

Buiten op het complex vallen de grote hoeveelheden leuningen op langs het wandelpad en aan de gevels van de gebouwen. ,,Voor de doofblinde bewoners is dat de navigatiestang”, legt Cornelissen uit. ,,Op die manier weten ze de weg te vinden. In het begin hebben ze wel eerst met hun vaste begeleider alle nieuwe routes gelopen om ze er vertrouwd mee te laten worden. Kijk, hier zit een slinger in de leuning, dan weten de bewoners dat ze hier moeten oversteken.”

Er wordt hier volop gebreid

Rechtdoor bij  ribbels, oversteken bij punten

Ook speciale tegels op het pad helpen bij de navigatie. Ribbels geven aan dat het rechtdoor moet, stippen betekent oversteken. Cornelissen: ,,Die tegels zijn overal in Nederland te vinden. Die stangen zijn iets van Kalorama zelf. Alles is erop gericht om de bewoners zo zelfstandig mogelijk te maken, Zelf boodschappen, zelf de was en zelf de post doen.”

Ook binnen is er bij de inrichting voor gezorgd dat bewoners de weg kunnen vinden. Op de vloer van de gang hebben de zijkanten een veel donkere kleur, de klinken van de eigen studio’s zijn zwart de kamers voor de medewerkers hebben een metalen klink en de witte lichtknoppen hebben een felrood kader. In de wasruimte staan splinternieuwe apparaten, maar het pientere elektronische plaatje is afgedekt: dat kan er alleen maar voor zorgen dat de bewoners per ongeluk een verkeerd programma activeren. In plaats daarvan is er een nieuwe knop gemaakt met twee duidelijke punten voor twee wasprogramma's.        

Tuinmannen zijn intussen hard aan het werk om het park middenin in te richten, later volgt ook nog de moestuin die de bewoners zelf bijhouden. De hekken buiten zijn al aangekleed met lange stroken wol. Cornelissen: ,,Er wordt hier volop gebreid.”

Projectleider Hans Cornelissen en manager Hanneke van Beusichem bij het nieuwe Centrum voor doofblinden.

Kalorama begon als sanatorium in 1922

Kalorama bestaat volgend jaar 100 jaar. Het werd in de jaren 20 van de vorige eeuw geopend als sanatorium voor tbc-patiënten. Stuwende kracht was tussen 1928 en 1950 de Beekse huisarts Piet van Hasselt.

Om extra geld voor zijn instelling te krijgen, bedacht hij de Kalorama wandeltocht. Die mars, inmiddels zijn er al 81 edities geweest, kwam traditioneel langs de hoofdingang zodat de wandelaars voor een defilé zorgden voor bewoners en personeel. ‘Wandelend den zieke dienen is een zeer schone daad’, was de slogan die Van Hasselt bedacht. Met de opbrengst werden onder meer aquaria, kunst en een Volkswagenbusje aangeschaft.

Herstellingsoord St. Jan de Deo/Huize Kalorama, zoals het aanvankelijk heette, veranderde in de jaren 50 in een verpleeghuis voor chronisch zieken. Vanaf 1969 konden er ook doofblinden terecht op het heuvelachtige parkterrein aan de Nieuwe Holleweg. Dat leidde er toe dat in 1975 een eigen paviljoen werd gebouwd. In 1983 volgde een tweede paviljoen en het Centrum voor doofblinden werd een nieuwe tak van de Kalorama-organisatie.  

 

« Terug naar het overzicht